Hierbij is getest om de kozijnen in een BIM (gemaakt met Revit) te modelleren in LOD200 en deze te laten vervangen door een LOD400 die een co maker (kozijn fabrikant) ons terugstuurt. Het grote voordeel van deze manier van werken is dat alles digitaal gebeurt en daardoor de informatie van de kozijnen direct kan worden ingelezen door de fabrikant in het ERP pakket. Hiermee kan het interne proces direct worden aangestuurd op gebied van: calculatie, werkvoorbereiding, planning en productie.
Bij de pilot zijn de volgende stappen doorlopen:
- Opzetten model in Revit Architecture 2013
- Modelleren LOD200 kozijnen
- Verzenden/Ontvangen .RVT bestand
- Inladen LOD400 kozijnen
1. Opzetten model
Voor deze test modelleren we een
eenvoudige spouwmuur. Het blauwe cirkeltje is het 0-punt van dit model. Dat
cirkeltje kan je aanzetten door de snelcode: VV in te toetsen en vervolgens in
de lijst het plusje voor de tekst site
aan te klikken. Hier kan je het basepoint weergeven. Dit basepoint zal later
gelijk dienen te zijn aan het basepoint van de LOD400 kozijnen die we in het model zullen laden.
2. Invoeren LOD200 kozijnen
Op de website van de Vries kozijnen vindt
je de Revit-bibliotheek met daarin de LOD200 kozijnen. Deze kun je in Revit 2013 inladen en vervolgens kozijnen vanuit deze bibliotheek copy-pasten naar een willekeurig model.
N.B. Zorg dat je de kozijnen allemaal
op een gelijke wijze invoert en dat de richting van het kozijn goed staat! Anders kan het voorkomen dat kozijnen achterstevoren of met verkeerde negge geplaatst
zijn.
3. Verzenden/Ontvangen Revit bestand
Het verzenden van het bestand kan
als 'native' .RVT bestand via E-mail of we-transfer (afhankelijk van de grote van het project). Er hoeft geen aparte export
voor gemaakt te worden. Na het ontvangen van dit bestand is het nu de beurt aan de leverancier om ermee aan de slag te gaan. Waarna dit is gebeurt ontvangen we op eenzelfde wijze een . RVT bestand terug vanuit de leverancier. Deze kunnen we importeren in ons eerder opgezette model.
4. Inladen LOD400 kozijnen
Het model waarin we eerder de LOD 200 kozijnen hebben gemodelleerd wordt als eerste geopend. In dit model selecteren we een
kozijn en klikken we op hide category om alle LOD200 kozijnen te verbergen,
maar toch sparingen te houden voor de nieuwe kozijnen (de Revit Families van de kozijnen zijn dusdanig opgezet dat dit mogelijk is).
Vervolgens gaan we in de 'ribbon' naar insert en dan link Revit. Hier selecteren we het
ontvangen Revit bestand met de LOD400 kozijnen. In dit menu selecteren we
tevens de optie auto origin to origin. zodat
de eerder beschreven blauwe cirkeltjes van het base point op elkaar worden
afgestemd.
Het eindresultaat is dat het bestaande
model in plaats van de LOD200 kozijnen nu LOD400 kozijnen in de sparingen heeft
staan.
Dag Gijs,
BeantwoordenVerwijderenWat gebeurt er met de 'oude' LOD 200 kozijnen die nu ge-hide staan? Moet je die nog verwijderen?
Die keuze is afhankelijk van hoe je met je BIM om wil gaan.
BeantwoordenVerwijderenDaar waar je alle informatie van al je co makers in je BIM wil verzamelen, zou je de oude kozijnen dienen te verwijderen en de LOD400 kozijnen overal te laten verschijnen. Naar mijn idee zou je de LOD200 gewoon kunnen laten staan en gebruik je de LOD400 als linked Revit file om bijvoorbeeld te clashen of visuele weergaven te doen. De rest van de tijd volstaat de LOD200 in je 'brondocument'.
Voornaamste risico is de grootte van het bestand op het moment dat je veel gedetailleerdere informatie toevoegt aan je 'brondocument' de E-installateur is niet gebaat bij een hoger LOD niveau van kozijnen, maar zou deze dan wel moeten inladen omdat dat nu eenmaal het 'brondocument' is.
Het is naar mijn idee dus met name een afweging over hoe je met je BIM en de aanwezige informatie om wil gaan en in hoeverre je daar andere mensen mee 'lastig' wil vallen.
helder antwoord?